De Provincie Flevoland kiest een ongenuanceerd negatieve houding tegenover de fusie met Noord-Holland en Utrecht. Dat vinden we jammer. Die ontwikkeling naar de landsdelen staat immers al jaren in het D66 programma. Die houding is ook misplaatst. Minder dan de helft van de Flevolanders is immers tegen (lees hier de resultaten van de opiniepeiling). De Provincie moet daarom ook ruimte laten voor andere standpunten: Ongeveer een derde maakt het niet uit, 8% is ronduit voor, de rest wil eerst meer weten. Geen positief beeld, maar toch een stuk genuanceerder dan de gesloten, resoluut tegen-positie die de Provincie nu uitdraagt. En die houding is schadelijk, omdat Flevoland zich zo buiten de discussie plaatst. Ze kunnen beter met ons, dan over ons praten. Toch horen wij, onder meer van de Commissaris van de Koning, dat in Den Haag het beeld ontstaat dat je met Flevoland niet hoeft te praten: die zijn toch tegen.

D66 Flevoland blijft zich dus inzetten om die eenzijdig negatieve houding te bestrijden, zoals afgelopen week toen de Provincie een brief op haar site zette om geautomatiseerd te kunnen klagen bij minister Plasterk. De Provincie doet het op haar site voorkomen alsof je alleen een zienswijze kunt indienen als je wat op de plannen tegen hebt en ‘nee’ wilt zeggen. Dat is niet waar: steun en verbetervoorstellen kunnen ook.

D66 staat niet alleen in de wens van een constructieve houding: tot nu toe is dat steeds de wens van de hele Provinciale Staten geweest. De andere Flevolandse partijen zijn tegen de provinciefusie, maar staan evengoed open voor goede ideeën en argumenten van de minister. De afspraak was een ‘nee, tenzij…’ houding uit te dragen. De D66 fractie concludeert dat ons college van Gedeputeerde Staten dit onvoldoende lukt. Het kan best wat positiever!