Vrijdagmiddag stuurde minister Plasterk een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij de Kamerleden bijpraat over de fusie van Noord-Holand, Utrecht en Flevoland. Belangrijkste aanleiding is dat hij per 1 mei een voorstel klaar moest hebben voor de formele inspraakprocedure. Dat gaat niet helemaal lukken, maar in de brief licht Plasterk al wel drie wijzigingen op zijn eerdere plannen toe. Ik loop ze hieronder langs. In mijn open brief van 2 april vroeg ik Plasterk om een visie op taken en de rest van Nederland. Omdat men wil weten hoe het Huis van Plasterk eruit ziet, voordat we het Huis van Thorbecke gaan verbouwen. Zijn brief van vrijdag maakt het er allemaal niet beter op: “we zien wel” is geen goed uitgangspunt voor een verbouwing.
1. De fusie komt later
Oorspronkelijk wilde Plasterk de fusie met de komende provinciale verkiezingen laten plaatsvinden, in maart 2015. Het wordt nu 1 januari 2016. Ik schreef hem een open brief ter gelegenheid van het sluiten van de wettelijke open overleg fase. Om het uitstel te motiveren gebruikt minister Plasterk precies die argumenten die ik hem heb aangedragen en da’s mooi:
Tegenover het nadeel van de noodzaak tot het houden van een herindelingverkiezing staat het voordeel dat politieke partijen meer tijd hebben voor de voorbereiding van de verkiezingen en dat de ambtelijke en bestuurlijke samenvoeging meer tijd krijgt. Dit komt de zorgvuldigheid van het samenvoegingsproces ten goede.
Of zoals minister Plasterk het zegt via Twitter:
2. We zien nog wel wat de nieuwe provincie gaat doen.
Zo’n beetje iedere partij in de staten van de drie provincies heeft Plasterk gevraagd om een visie: wat gaat die nieuwe provincie nou doen? Het idee is dat een landsdeel meer kan en krachtiger is, maar wat verandert er dan aan haar takenpakket? Ik vroeg het hem ook. In zijn brief zegt Plasterk die brede roep gehoord te hebben en kondigt aan met de drie provincies in overleg te gaan over welke taken de nieuwe provincie wellicht van het rijk over zou kunnen nemen. Geen visie dus op het functioneren van het middenbestuur, maar ‘we zien wel waar we op uitkomen’. Jammer. En erger: die taken moeten dan speciaal voor de fusieprovincie worden geregeld. Dat landsdeel (4,5 mln inwoners, 5,5 duizend km2 landoppervlak) krijgt dan dus meer taken en verantwoordelijkheden dan bijvoorbeeld Zuid-Holland (3,5 mln inwoners) of Gelderland (5,0 duizend km2). De logica van dat onderscheid ontgaat me.
3. En we zien nog wel wat de rest van Nederland gaat doen.
Iedereen vroeg Plasterk ook om duidelijkheid over wat hij met de rest van Nederland van plan is. Je kunt pas goed over de grenzen van het te vormen landsdeel praten als je weet wat er aan de andere kant van de grens komt. Maar Plasterk komt nu nog niet met een visie op de rest van Nederland, maar laat dat juist los. Minister Plasterk maakt in zijn brief een onderscheid tussen de fusieprovincies en de rest van Nederland. Hoewel hij er kennelijk geen concrete visie aan kan ontlenen, is er in de drie te fuseren provincies al jaren gesproken en geschreven. Dat is elders niet zo. En daarom schrijft de minister:
Vanuit bijvoorbeeld Friesland, Limburg en Noord-Brabant komen signalen dat men weinig animo heeft, van elders komen ook andere opvattingen. Ik zal inventariseren of er initiatieven zijn om tot de vorming van meer landsdelen te komen. Het kabinet zal de keuzes van de provincies daarbij respecteren.
De reacties uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland kunnen zeker ook omschreven worden als ‘weinig animo’. Als je ze positief leest. Daar zit geen verschil met de rest van Nederland in. Toch zal het Kabinet de keuze van alle provincies respecteren, behalve die van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Want die drie moeten gewoon per 2016 fuseren. Ook hier ontgaat de logica van het onderscheid me. Het had wellicht geholpen als Plasterk een sterker argument had gegeven dan ‘we praten al zo lang’. Bijvoorbeeld als hij had kunnen aangeven wat we in die jaren van discussie waren opgeschoten.
OK, we hebben meer tijd om de fusie en de herindelingsverkiezingen voor te bereiden. Dat is belangrijke winst. Maar verder neemt de onduidelijkheid over de fusie met de brief van Plasterk alleen maar toe.
UPDATE: Omroep Flevoland heeft het nieuws ook opgepikt, naar aanleiding van de tweet van Plasterk. Filmpje!
Hoe kijkt D’66 aan tegen de toekomst van de waterschappen in de fusieprovincie van Flevoland, Utrecht en Noord-Holland? Moeten de waterschappen, zoals bijv. Hollands Noorderkwartier en Zuiderzeeland, nu ook met elkaar fuseren of zelfs verdwijnen in het nieuwe Landsdeel?
De Algemene Waterschapspartij (AWP – http://www.algemenewaterschapspartij.nl) is mordicus tegen opschaling van waterschappen naar superprovincies en landsdelen. De AWP wil juist de aansluiting van waterschappen bij het lokaal bestuur behouden! Waterbeheer en afvalwaterzorg vraagt altijd om lokaal maatwerk. Gemeenten moeten nog opschalen, die discussie loopt nog, en de huidige waterschappen passen prima bij de door het kabinet gewenste grotere schaal van gemeenten > 100.000 inwoners. Waterschappen en gemeenten vullen elkaar goed aan in het waterbeheer en in de afvalwaterketen (‘complementaire samenwerking’). Voor betere resultaten tegen minder kosten.
.
Pingback: Flevolands matige inzet in fusieproces | michiel rijsberman