De Flevolandse Staten hebben nu wat meer ervaring met de nieuwe vergadermethodiek. Helemaal tevreden zijn we nog niet. Belangrijkste probleem is dat de opinierondes een beperkte tijdsduur kennen, meestal één of anderhalf uur. Die opinierondes vervangen de commissievergaderingen, waar zonodig een uur of drie kon worden doorgedebatteerd. In de opinierondes komen we bij de interessantere onderwerpen meestal niet verder dan de eerste termijn. Met wat goede wil kan de aanwezige gedeputeerde de vragen uit de eerste termijn nog beantwoorden. Tijd voor enig debat is er dan niet. De oplossing die ik in de wandelgangen hoor, is het beperken van de spreektijd. Geen charmante oplossing. Bij een min of meer doordeweeks onderwerp moeten we toch ook zonder verplichtende beperking van de spreektijd in staat zijn wat minder breedsprakig te zijn. Als ik mijn collega’s hoor, is er ruime mogelijkheid voor verbetering.
Maar erger is het, dat er ook gesproken wordt over een totale spreektijd die afhankelijk is van de grootte van de fractie. Grote fracties krijgen dan meer tijd. Dat die grote fracties net als de kleinere ook maar één woordvoerder per agendapunt naar voren mogen schuiven, doet niet ter zake. Dat hij meer fractiegenoten achter zich heeft staan, zou hem het recht geven langer te spreken. “Had je maar meer stemmen moeten krijgen,” aldus een VVD’er (zijn naam noem ik niet, daar gaat het niet om). En de grotere fracties zijn groot genoeg om de kleinere nieuwe regels op te leggen, via het reglement van orde.
Lees verder →