Nieuw politiek denker! Leuk! Of: jammer!

Zat zondagavond een herhaling van Buitenhof TV te kijken. Daarin ondermeer Paul Schenderling (@pjschenderling), mede-auteur van het rapport “De toekomst van de christen-democratie in Nederland” en gepresenteerd als representant van een nieuwe generatie politieke denkers. Als deze vice-voorzitter van het CDJA de toekomst van het CDA vertegenwoordigt, hou ik mijn hart vast. Ik pik er een aantal uitspraken uit, uit het tweede deel van het gesprek. Het eerste stuk zat ik me nog teveel te verbazen om er iets van op te tekenen. Veel zei hij toen ook nog niet.

Vrijheid wordt tegenwoordig vaak opgevat als doen waar je zin in hebt. Maar vrijheid is bijdragen aan iets dat groter is dan jezelf.” Huh? Oh, bedoelen ze dat op het Tahrir-plein, in Tunis en Benghazi! Eerst vrijheid reduceren tot een karikatuur, om er vervolgens iets ongerelateerds tegenover te zetten. Dat is een klassieke drogredenering. Ook in een dictatuur kunnen mensen ‘bijdragen aan iets groters dan zijzelf’. Sterker nog, bijvoorbeeld in Noord-Korea wordt ze dat dwingend opgelegd. Als Pauls beeld van vrijheid niet verder gaat dan ‘doen waar je zin in hebt’, lijkt hij niet veel verder te komen dan ‘vrijheid is als een tussenuur op school’. Jammer.

Onderwijs moet niet meegaan in de mode van de kenniseconomie, maar aan vorming doen.” Precies, kennis, waarom zouden die scholen ook? Of de kenniseconomie een mode is, zal de toekomst leren. Maar erg diep nagedacht heeft Paul niet. Moeten we dan aan een agrarische economie, met een agrarische sector die nu een procent of wat uitmaakt van onze economie? Een maakindustrie, die in het pure maakwerk niet op kan tegen lage lonen landen? Of door onze natural resources te verkopen? Welke dan?
Als we al mee willen komen in een maakindustrie, zal dat door innovatie zijn, in kennisintensieve sectoren. Denk aan een ASML. Iets met kennis dus. En in de dienstensector is het al niet anders: internationale klanten komen niet naar Nederland omdat we hier zo goedkoop kwantiteit kunnen leveren, ze komen omdat we dingen beter, slimmer doen. Met goed opgeleide mensen. Vorming is belangrijk, laten we wel wezen, maar als we mee willen in de vaart der volkeren moeten we vooral meer investeren in onderwijs, in kennis en dat moeten vermarkten. Dat zou juist een student internationale economie moeten aanspreken…

Maatschappelijke organisaties moeten uit de zuil en aan het flexibele projectmatig werken, zodat vrijwilligers aan de slag kunnen.” Ook hier, hooguit zijdelings gerelateerde zaken op een rij. Wat heeft het wel of niet in een zuil zitten te maken met wel of niet doen aan ‘het flexibele projectmatig werken’? En waarom is dat projectmatig werken kennelijk een voorwaarde voor het aan de slag kunnen van vrijwilligers? Dit is geen betoog, dit is holle kretologie.

Bij Buitenhof TV, met publicist Bas Heijne, historicus en filosoof Adriaan van Veldhuizen (PvdA). En geen tafelgenoot die er op inhaakte. En dat terwijl er ook niet echt een aanleiding was voor Paul om zo’n verhaal te houden. Men was vriendelijk gedachten aan het wisselen, hij had alle ruimte om netjes onderbouwd een punt te maken. In plaats daarvan komt hij met een reeks flauwekulpunten. Van economie masterstudent verwacht ik tenminste logisch kunnen nadenken. Maar helaas.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.